Skip to content

GVB, RET en HTM: financiering OV moet beter

18 januari 2022

Uit het gisteren verschenen rapport van het Kennisinstituut Mobiliteit over de inkomsten en uitgaven van Nederlandse overheden aan verkeer en vervoer blijkt dat de zogenaamde Brede Doeluitkering (BDU) tussen 2008 en 2021 met 15% is gedaald. De stadsvervoerders, GVB, RET en HTM, krijgen van de verschillende regionale opdrachtgevers uit de BDU geld voor beheer, onderhoud, exploitatie en uitbreiding. Terwijl die vergoeding tussen 2008 en 2021 daalde, zijn het areaal en de reizigersaantallen met tientallen procenten toegenomen, wat grote druk zet op de OV-bedrijven en de ambitie om het OV in grootstedelijk gebied een impuls te geven. Daarnaast is er nog geen regeling voor de coronasteun na september 2022. Er zijn zowel over de BDU als de coronasteun op korte termijn afspraken nodig om duidelijkheid te kunnen bieden over onze dienstregeling na september.

Meer diensten, minder middelen

Het nieuwe kabinet is van plan om de zogenaamde BDU-uitkering die via de vervoerregio’s naar de stadsvervoerders vloeit, te verhogen. Want ook in Den Haag is bekend dat de stadsvervoerders steeds minder middelen kregen terwijl de groei doorzette – en dat hieraan gezien de OV-ambities van Rijk en regio iets gedaan moet worden. Omdat de uitwerking en precieze bedragen van de BDU-verhoging nog niet bekend zijn, gaan de stadsvervoerders spoedig met de opdrachtgevers en de staatssecretaris in gesprek over de invulling.

Duidelijkheid beschikbaarheidsvergoeding OV

Daarnaast loopt in september 2022 de beschikbaarheidsvergoeding, de huidige coronasteunregeling, af. Het is van belang om ruim voor september helder te hebben over welke middelen wij kunnen beschikken (via BDU en coronasteun) en wat dat betekent voor de OV reizigers. Hoe eerder daarover duidelijkheid is, hoe beter, want het opstellen van een dienstregeling en het plannen van alle inzet (menskracht, voertuigen, onderhoud) die daarbij komt kijken, vraagt tijd. Duidelijke afspraken zijn niet alleen nodig voor de continuïteit van GVB, RET en HTM na september, maar ook voor de komende jaren.

Ter illustratie:

Het aantal reizigerskilometers van GVB, HTM en RET groeide tussen 2010 en 2019 met meer dan 25%, met sterke uitschieters op de populairste trajecten. In Amsterdam nam het aantal ritten alleen al in 2019 met 6,8% toe. En op de RandstadRail-lijnen is het aantal reizigers in ruim een decennium verveelvoudigd. De E-lijn tussen Rotterdam en Den Haag groeide van 6.000 reizigers naar 45.000; tram 3 en 4 tussen Den Haag en Zoetermeer van 17.000 naar ruim 80.000. Dit overtrof alle verwachtingen.